Hoogbegaafdheid
Bij heel jonge kinderen spreken we nog van een ontwikkelingsvoorsprong en noemen we het nog geen hoogbegaafdheid. Voor het gemak gebruiken we hier alleen de term hoogbegaafdheid. Officieel is iemand hoogbegaafd wanneer er een IQ van 130 of hoger is vastgesteld. Vanaf een IQ van 145 spreken we over uitzonderlijk hoogbegaafd.
Maar hoogbegaafdheid is veel meer dan een hoog IQ. De hersenen van hoogbegaafden zijn anders bedraad dan die van mensen met een gemiddeld IQ, wat maakt dat ze echt anders denken, reageren en in elkaar zitten.
Hoewel kinderen (en volwassenen) soms enorm hun best doen om 'erbij te horen' en 'normaal te zijn', zie ik vaak de opluchting in hun ogen wanneer ik ze vertel dat ze inderdaad een beetje anders zijn dan de meeste kinderen. Niet beter, niet slechter, maar wel een beetje anders. Dat hebben ze namelijk altijd al geweten, en nu blijkt dat ze gelijk hadden. Vervolgens gaan we op zoek naar een manier waarop ze zichzelf kunnen zijn, én zich staande kunnen houden in een maatschappij of schoolsysteem dat niet voor hen ontworpen is. Soms vergt dit wat aanpassing van het kind, of van de ouders, vaker vraagt dit een aanpassing aan de manier waarop stof wordt aangeboden op school. Ervan uitgaande dat de meeste hoogbegaafde kinderen de aangeboden stof tot zich nemen in 25% van de tijd die gemiddeld begaafde kinderen nodig hebben, is dit makkelijker gezegd dan gedaan.
Buiten het hoge IQ vinden we bij hoogbegaafde kinderen vaak ook de volgende kenmerken:
- een sterke gevoeligheid
- een opvallend geheugen
- een sterke drang naar autonomie
- een sterk rechtvaardigheidsgevoel
- heftige intensiteit, hoge pieken diepe dalen
- kritisch
- hoge lat (ook wel; willen kunnen, maar niet leren)
- groot creatief denkvermogen
Bij kinderen waar het niet zo goed mee gaat kunnen gedrags-kenmerken op de achtergrond raken of versterken. Soms worden kinderen extreem druk of impulsief. Met name op school wordt er al snel aan ADHD gedacht wanneer dit gebeurt. Kinderen kunnen ook star worden, of zich afsluiten. Geen contact meer willen of kunnen maken. Het hoogste aantal misdiagnoses dat gesteld wordt bij hoogbegaafde kinderen betreft ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) en ASS. (autisme spectrum stoornis)